Verslag van Paul van Amersfoort van een bezoek op 22 september 2017 aan Deventer met Leidse delegatie bestaande uit gemeenteambtenaren, politici en vertegenwoordigers van wijkcomités. Doel van het bezoek was inspiratie opdoen met betrekking tot wijkgericht werken. Paul vertegenwoordigde Vreewijk.
In Deventer zijn er wijkteams die per jaar een budget van ongeveer € 50.000 euro krijgen, dat zij binnen bepaalde kaders naar eigen inzicht kunnen besteden. De leden van die teams worden door de gemeente (de wijkmanager; bij ons zou dat de wijkregisseur zijn) uitgenodigd van het wijkteam deel te gaan uitmaken; zij worden dus niet democratisch gekozen. De wijkteams staan los van wijkcomités die de bewoners zelf hebben gevormd. Betrokkenen vanuit de gemeente bij de wijkteams zijn: bewoners met ideeën, de wijkmanager, de wijkwethouder, professionals en soms wijkcontactgemeenteraadsleden.
De wijkteams beoordelen aanvragen van bewoners(comités) en van sociale teams (waarin opbouwwerkers actief zijn) en wijzen bij een gunstige beoordeling voor zover hun budget dat toelaat geld daarvoor toe. Het gaat daarbij veelal om projecten in de openbare ruimte die ook de sociale cohesie bevorderen. Dat laatste vooral doordat van de betrokken bewoners wordt verwacht dat na realisatie van het project zij het beheer en onderhoud op zich nemen.
Ook buurthuisprojecten kunnen voor bekostiging door het wijkteam in aanmerking komen. De gedachten achter deze wijze van financiering van projecten zijn dat de overheid slechts verantwoordelijk is voor een basisniveau van voorzieningen, dat het initiatief voor meer voorzieningen bij de bewoners ligt, dat de overheid deze stimuleert en faciliteert en dat de openbare ruimte een middel is om mensen met elkaar in verbinding te brengen. Het is dus de bedoeling dat bewoners voor en met elkaar werken aan goed samenleven in hun buurt.
Elementaire uitgangspunten van de wijkaanpak zijn: (i) betrokkenheid van bewoners en werkgroepen in de buurt, (ii) uitnodigen tot het nemen van initiatieven door de gemeenten helpt, (iii) zelf doen door de bewoners staat centraal, (iv) ondersteuning door de gemeente waar nodig, en (v) het eigenaarschap van het project ligt bij de bewoners.